Leerstijlen doen er (niet) toe!
Vanuit de neurowetenschap is geen bewijs gevonden dat mensen beter leren wanneer er rekening gehouden wordt met hun favoriete leerstijl.
Voor meer informatie: http://www.psychologicalscience.org/journals/pspi/PSPI_9_3.pdf
De afgelopen periode heb ik dit bericht al op verschillende manieren te horen gekregen en telkens met andere interpretaties. Iemand zei bijvoorbeeld: ‘de wetenschap zegt dat verschillen in leerstijlen niet bestaan’.
Hoe zit dat met 3D Onderwijs?
3D Onderwijs is gebaseerd op verschillen in leerprocessen waar ondermeer grote verschillen in onderwijsbehoeften uit voortkomen. Dat niveau gaat dieper dan de leerstijl theorieën die in dit onderzoek onder de loep zijn genomen: leerstijlen als auditief/visueel; analytisch/synthetisch of de leerstijlen van Kolb.
We gebruiken vaak de metafoor van de ijsberg om dit dieperliggende niveau aan te geven:
De leerstijlen die zijn onderzocht in verschillende onderzoeken liggen meer op het niveau boven de waterlijn in de ijsberg waarmee de impact van deze stijlen evenredig zou kunnen zijn: meer aan de oppervlakte en pragmatisch in plaats van verklarend en inzicht gevend.
De (leer)processen die we onderin deze ijsberg bekijken geven een fundamentele verklaring voor de grote verschillen die dagelijks waarneembaar zijn in het (situationeel) leergedrag van leerlingen. Het helpt gedrag begrijpen zoals bijvoorbeeld: waarom de ene leerling onmiddellijk start met een opdracht en de andere leerling eerst langer nadenkt en ogenschijnlijk nog niets doet met een opdracht.
3D Onderwijs is dus anders dan leerstijl theorieën omdat het inzicht geeft op procesniveau. Met de verschillen in onderwijsbehoeften die hieruit voortkomen kunnen leraren vrij eenvoudig rekening houden in hun manier van lesgeven en begeleiden.
Wij (REE!) hebben veel praktijkervaring opgedaan in verschillende onderwijssectoren en telkens weer blijkt de herkenbaarheid en effectiviteit van 3D Onderwijs zeer groot. Dat geldt niet alleen voor leraren, ook leerlingen/studenten zelf en ouders herkennen de verschillen onmiddellijk en zien zichzelf of hun kind erin terug.
Waar de ene leerling een voordeel heeft met zijn/haar leerproces in ons onderwijssysteem (het volgordelijk leerproces) zijn er minstens twee anderen die ermee kunnen worstelen, net als hun ouders (een systemisch en/of interactief leerproces).
Wanneer leraren, vaak met kleine aanpassingen in hun repertoire, rekening houden met deze verschillen in onderwijsbehoeften in hun instructie en begeleiding zien we beduidend grotere betrokkenheid bij de leerlingen en daardoor natuurlijk ook betere resultaten.
Onderzoek als excuustruus ;-) voor ‘terug naar het oude vertrouwde’?
Opvallend in het commentaar op leerstijlen en ook andere ingangen om te differentiëren in onderwijs is dat het vaak afkomstig is van mensen die voorstander zijn van docent gestuurd en kennisgericht onderwijs. Daarbij horen onder meer klassikale instructie, kennisoverdracht op éénduidige wijze als kenmerken van ‘goed onderwijs’. Sommigen gebruiken hierbij ook nog als argument dat ouders immers dergelijk onderwijs nog steeds erg waarderen… dus waarom anders?
In mijn voorgaande bericht op deze homepage heb ik geschreven over de overwaardering van de mentale kwaliteit in ons onderwijssysteem. Dat bericht startte ik vanuit een andere invalshoek: jonge kinderen al (te)vroeg tweedimensionaal en via de mentale weg laten leren.
Eigenlijk is de waarde die wij hechten aan wetenschappelijk onderzoek ook sterk vanuit de mentale kwaliteit ingegeven. Bewijsvoering vanuit bijvoorbeeld praktijkervaring (de fysieke kwaliteit) wordt sterk ondergewaardeerd, nog steeds.Want we weten toch immers veel uit praktijkervaring? Ik ben zelf ooit als leraar begonnen en weet uit eigen ervaring hoe verschillend kinderen zijn, dus ook in hoe ze leren?
Elke ouder die meerdere kinderen thuis opvoedt weet toch hoe verschillend hun kinderen kunnen zijn in de manier waarop ze praten, spelen, zich ontwikkelen? En… moeten we daaraan maar voorbijgaan en ze allemaal hetzelfde behandelen, laten leren omdat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat..??
Wij hebben met veel leraren, scholen, leerlingen en studenten ervaring opgedaan in het werken met 3D Onderwijs en daar de meest indrukwekkende effecten en resultaten van gezien:
- Grotere betrokkenheid van ALLE leerlingen bij klassikale instructies, lessen of colleges
- Leerlingen en studenten weten hoe ze nieuwe leerstof bij voorkeur verwerken
- Leerlingen ontdekken hoe te ‘leren leren’ en groeien daardoor in zelfstandigheid en eigenaarschap
- De motivatie en het plezier in leren keert terug en wordt groter, leerlingen en studenten geven bijvoorbeeld aan de lessen (en verwerking) interessanter te vinden
- Terugkerend ‘vak-esteem’ en vakkundigheid bij leraren in instructie en begeleiding
- Bewuste keuzes voor werkvormen op basis van inzicht in wat leerlingen/studenten nodig hebben om tot leren te komen
- Kijken naar en begrijpen van leerlingen/studenten op een nieuwe manier, vooral wanneer zij anders zijn of leren dan zijzelf of het huidige onderwijssysteem vraagt
- Minder labeling naar leerlingen/studenten, eerst andere wegen proberen, deze ook kennen en kunnen toepassen
Natuurlijk zou het mooi zijn wanneer we deze ‘ervaringswijsheid’ ook meer vanuit de traditionele wetenschap kunnen gaan ‘bewijzen’. Dat zou kunnen starten met een praktijkonderzoek waaraan studenten mee kunnen werken.