Inleiding

3D Onderwijs® is ontwikkeld voor docenten en begeleiders om in hun instructie, begeleiding en toetsing te kunnen werken met drie grote verschillen in leerprocessen bij leerlingen en studenten. Uit deze leerprocessen komen verschillende onderwijsbehoeften voort die zowel in het onderwijs als in begeleiding eisen stellen aan docenten en begeleiders.

3D nieuwe logo

Tijdens instructie of colleges is het nodig af te stemmen op deze verschillende leerbehoeften evenals in de fase van toetsing. Tijdens de fase van verwerking gaat het bij de begeleiding van leerlingen en studenten naast afstemming nog meer om ontwikkeling, zodat het geleerde meer volledig en compleet gemaakt kan worden. Daarmee wordt het dan ook op een 3D wijze toetsbaar en kunnen testen worden verrijkt door op drie verschillende intelligenties te toetsen.

3D Onderwijs is gebaseerd op een (leer/ontwikkelings-)psychologische theorie in combinatie met onderwijskundige en didactische inzichten. De drie leerprocessen die binnen 3D Onderwijs worden onderscheiden komen voort uit drie kwaliteiten die ieder mens ter beschikking heeft: mentaal, emotioneel en fysiek.

Deze drie kwaliteiten zijn gelijkwaardig aan elkaar en zijn nodig om als mens te kunnen leven en leren. De specifieke volgorde waarin deze kwaliteiten bij mensen voorkomen en de manier waarop zij met elkaar verbonden zijn geeft drie grote verschillen in het interne, vaak onzichtbare proces als het gaat om de manier waarop mensen leren. Bij deze drie leerpro- cessen is steeds een van de kwaliteiten sterk bepalend voor de wijze waarop wij leren, maar ook begeleiden, communiceren of samenwerken.

In de afgelopen 20 jaar is in Nederland veel ervaring opgedaan met 3D Onderwijs in verschillende onderwijssectoren. Het concept is in verschillende settingen ingezet, toepasbaar gemaakt, doorontwikkeld en getoetst.

Met name de uitwerking van het 3D denken op het concept zelf heeft grote impact gehad. De theorie ondersteunt de praktijk en andersom. Beiden worden op hun beurt verbonden met de persoon waardoor de mix van de drie betekenis krijgt voor betrokkenen. Dit proces is terug te vinden tijdens de introductiebijeenkomst van 3D Onderwijs.

Uit alle praktijkervaringen blijkt dat docenten hun studenten beduidend beter gaan begrijpen in de verschillende onderwijsbehoeften die zij kunnen hebben. Ook ontwikkelen zij een uitgebreider handelingsrepertoire in hun instructie en begeleiding van deze verschillen bij hun leerlingen en studenten.

Opvallend is dat de 3D toepassing door grote groepen mensen herkend en erkend wordt, mensen herkennen redelijk snel hun eigen stijl van leren en kunnen daar al snel consequenties aan verbinden. Bijvoorbeeld in de herkenning van onderwijs- behoeften die bij een bepaalde stijl horen, een constatering die in het kader van ‘eigenaarschap in het leren’ erg relevant.

Voor leerlingen en studenten is het concept nog verder uitgewerkt in het programma Passie&Talent. Daarin krijgen zij meer inzicht in hun eigen leerproces en ook eenzelfde taal als hun docenten/begeleiders. Het is een programma om te ‘leren leren’, waarmee zij ook daadwerkelijk eigenaar van hun eigen leerproces kunnen worden (www.reebv.nl)

3D Onderwijs laat zich goed combineren met andere onderwijsmodellen, zoals met leerstijlen (Kolb), meervoudige intelligentie (Gardner), uitkomsten van breinonderzoek etc.. Sterker nog, veel docenten en begeleiders krijgen op basis van het 3D-inzicht meer handvatten om bewuster en makkelijker te kunnen werken met andere modellen. Omdat het op een dieperliggend (behoefte)niveau verklaring geeft voor ver- schillen in leren en leeraanpak.

Door die herkenbaarheid zijn met een introductie van 3D Onderwijs vaak al kleine toepassingen mogelijk die de kwaliteit van bijvoorbeeld instructie of colleges kunnen verhogen. Ook voor toetsing kunnen kleine aanpassingen tot een grote verbetering leiden. Zo is bijvoorbeeld in assessments binnen het HBO met 3D een verbeterslag gemaakt die tot hogere (en eerlijker) studieresultaten leidt.

Voor meer fundamentele toepassingen, met name voor de begeleiding van studenten/deelnemers, is meer inzicht en diepgang nodig na een eerste introductie. Vooral de fase van verwerking neemt een bijzondere plaats in omdat de ‘lerende’ dan een proces start waarin nieuwe kennis en kunde wordt geïntegreerd in reeds bestaande en het van daaruit ook een persoonlijke betekenis krijgt. Naast afstemmen is dan (helpen) ontwikkelen aan de orde, hier is voor docenten en (praktijk) begeleiders ook kennis en inzicht van 3D als procesinstrument nodig.