VOLGORDELIJK Leren
Voorbeelden
Achtergrond
Annet herkent dit beeld uit haar studententijd, ze vonden haar nogal een einzelganger en afstandelijk in haar doen en laten. Zowel haar docenten als haar medestudenten. Ze vertelt dat ze vaak zozeer op de inhoud was gericht, dat alle energie dan ook hierin ging zitten in plaats van in het leggen van contact.
Bijvoorbeeld, wanneer ze met een groep samen moest werken aan een opdracht, dan was zij altijd onmiddellijk bezig met nadenken over het belang van deze opdracht, de essentie ervan en hoe je dit zo goed en effectief mogelijk zou kunnen aanpakken. Het liefst dacht ze hierover altijd eerst even alleen na.
Dat werd dan vaak geïnterpreteerd als...je gaat niet voor de groep, we moeten dit toch samen doen? Soms ook dachten mensen dat ze weinig betrokken was, omdat ze zo weinig zei.
Gelukkig waren er natuurlijk ook momenten waarop ze haar bijdrage wel degelijk kon leveren, bijvoorbeeld door de goede vragen te stellen op belangrijke momenten. Vaak vragen als : ’waarom vinden we dit zo belangrijk?’ of ‘wat bedoel jij precies met..’
Dat gaf de groep wel vaak een push in de goede richting.
Volgordelijk leerproces
Dit leerproces speelt zich voornamelijk van binnen af. Studenten met dit leerproces waarderen het om zoveel mogelijk zelf, alleen en in stilte iets nieuws te kunnen leren.
Graag horen zij waarom deze nieuwe leerstof van belang is en krijgen zij graag heldere criteria over wat er aan het eind van hen wordt verwacht. Wanneer dit helder is zijn ze selectief in hun oriëntatie- en verwerkingsproces. Ze kiezen de informatie voor zover deze relevant is voor het doel van de opdracht.
De fasen van oriëntatie, verwerken en toepassen vinden volgordelijk plaats. Bijvoorbeeld eerst lezen en kijken, daarna het verwerken daarvan en tot slot het toewerken naar een resultaat. Dat eindproduct is vaak beknopt en op essenties geformuleerd.
De fasen van dit leerproces worden vaak gehanteerd in ons onderwijssysteem: evenveel tijd voor oriënteren, daarna voor verwerken en tot slot toepassen. Veel leraren waarderen de aanpak van deze studenten vaak als intelligent en efficiënt. Uit ons praktijkonderzoek blijkt dat maar weinig studenten dit leerproces van nature hebben.Omdat het leerproces uiterst onzichtbaar plaats vindt en deze studenten een voorkeur hebben om alleen en in stilte te werken kan er wel in de relatie met docent en medestudenten veel onbegrip ontstaan.
Studenten met dit leerproces leren bij voorkeur via een visuele ingang: lezen en kijken.
Het leren kan pas echt op gang komen wanneer er waarde aan de nieuwe kennis of vaardigheid wordt toegekend, waarderen is de eerste stap om in beweging te komen. Daarna volgt als vanzelf het structureren van hetgeen geleerd gaat worden. Deze cyclus wordt compleet doordat ook teruggekeken wordt op de meer persoonlijke betekenis van het geleerde: evalueren dus.