Ontwikkelen

Iedereen die met meerdere kinderen werkt of deze zelf heeft weet hoe groot de verschillen kunnen zijn waarmee ze al op de wereld komen. De ene baby kan als het ware rustig in een wipstoeltje om zich heen kijken gedurende langere tijd of met een speeltje uren zoet zijn. Een andere baby lijkt steeds in contact te willen zijn, beweegt veel met armpjes en beentjes en wil graag met meerdere dingen bezig zijn of spelen.

Ook wanneer kinderen ouder worden zie je deze verschillen. Bijvoorbeeld aan de eettafel bij het avondeten. Het ene kindverteltveel uit zichzelf, lijkt ‘drukker’. Praten en eten gaan vaak tegelijkertijd. Het andere kind zit er rustig bij, luistert en eet. Wanneer je als ouder vraagt of dit kind een leuke dag heeft gehad wordt soms volstaan met een simpel ‘ja of nee’.

De herkomst van dergelijke, grote verschillen worden met behulp van Human Dynamics inzichtelijk en begrijpelijk gemaakt. Deze theorie is gebaseerd op drie kwaliteiten die ieder mens ter beschikking heeft: fysiek, emotioneel en mentaal. Gelijkwaardige kwaliteiten die alle drie nodig zijn om als mens te kunnen leven en leren
De specifieke volgorde waarin deze kwaliteiten bij mensen voorkomen en de manier waarop zij met elkaar verbonden zijn geeft drie grote verschillen in het interne, vaak onzichtbare proces als het gaat om de manier waarop mensen functioneren.

Het kind dat graag contact heeft, beweeglijk is en veel praat heeft waarschijnlijk de emotionele kwaliteit voorop staan. In relatie zijn is een belangrijke ingang voor ontwikkeling.

Een kind dat veel observeert en luistert heeft wellicht de mentale kwaliteit als eerste ingang. Dat zijn kinderen die graag vanuit afstand kijken en leren, zij ontwikkelen zich juist meer op basis van autonomie.

Kinderen met een fysieke kwaliteit op de eerste plaats houden er vaak van om met allerlei dingen (speelgoed, maar ook zaken uit de huiselijke omgeving) te manipuleren, te ervaren. Zij zijn vaak meer ‘into things’. Competent voelen en zijn is voor hen een belangrijke voorwaarde voor verdere ontwikkeling.

Alhoewel alle drie kwaliteiten in ieder kind en volwassene aanwezig zijn is het vaak zo dat er een minder prominent aanwezig is. Wij noemen dat vaak de ontwikkelkwaliteit. Wanneer opvoeders en docenten de volgorde kennen van de drie kwaliteiten bij dit kind kunnen zij enerzijds beter aansluiten bij de behoeften van dit kind of student en anderzijds ook gerichter helpen bij hun ontwikkeling.